Op een goede manier met je kind praten wanneer de puberteit eenmaal is aangebroken, kan een hele uitdaging zijn. Toch is het goed deze uitdaging aan te gaan omdat deze communicatie heel belangrijk is voor de ontwikkeling van je kind.
Het is belangrijk om vanaf jonge leeftijd met uw kind in gesprek te zijn. Zo laat u aan uw kind zien dat het belangrijk is om te vertellen wat je bezig houdt. Uw kind leert door deze gesprekjes ook om te luisteren naar een ander, te wachten op zijn/haar beurt, maar ook zijn/haar eigen ervaringen te delen, gevoelens te uiten, een eigen mening te geven en oplossingen te bedenken voor problemen.
De puberteit is een verwarrende periode voor kinderen. Het is een fase waarin het kind zich steeds meer los maakt van de ouders, maar de ouders ook nog nodig heeft. Ouders moeten daarbij leren hun kind los te laten. Dit maakt de communicatie tussen ouders en puber lastig. Enerzijds wil de puber graag zelf bepalen, anderzijds heeft hij of zij ook nog de begrenzing en begeleiding van zijn/haar ouders nodig.
Jongeren zijn enorm op zoek naar erkenning. Ze willen gezien worden, gewaardeerd worden en ze willen dat hun mening gerespecteerd wordt. Dit zorgt er voor dat een communicatie waarin de ouder bepaalt en regels stelt en er weinig ruimte is voor inbreng van de jongere zelf, niet werkt.
Met de ene puber lukt het gemakkelijker dan met de andere, maar voor iedere puber is het belangrijk dat er communicatie mogelijk is. Door te kiezen voor een benadering waarin je kind de ruimte krijgt om een mening te vormen, argumenten te geven en samen met jou als ouder naar oplossingen te zoeken, lukt dit meestal wel.
Hieronder volgen nog extra tips om een positief gesprek te kunnen voeren met elkaar:
1. Neem de tijd voor het gesprek, zodat het gesprek niet ineens onderbroken hoeft te worden.
2. Richt u op onderwerpen waar uw kind graag over praat, zoals hobby’s, sport, muziek en televisie, niet alleen
op schoolzaken.
3. Stel open vragen, begin met ‘wat’, ‘waar’, ‘hoe’, ‘welke’ etc.
4. Laat uw kind vertellen en wacht met reageren tot uw kind klaar is met zijn/haar verhaal, toon vooral interesse.
5. Vertel uw kind dat u het fijn vindt dat hij/zij vertelt wat hem/haar bezig houdt, geef positieve aandacht.
Bij conflictsituaties:
6. Maak afspraken over hoe je met elkaar praat, op rustige toon, elkaar laten uitspreken, etc.
7. Vertel hoe u het zelf ervaart. Nadat u uw kind heeft begrepen kunt u vertellen wat u voelt en denkt. Uw verhaal
naast dat van uw kind. Dit doet u het best door te spreken in ik-boodschappen: ‘ik vind het jammer dat…’.
8. Loopt de spanning te hoog op, vertel uw kind dan dat u er op een later moment op terug komt en maak dit concreet,
bijvoorbeeld ‘na het eten’.
9. Zoek naar een compromis, zodat voor beiden een gewenste situatie ontstaat. Laat uw kind ook met oplossingen komen.
Samen een plan bedenken werkt goed!