Week van de hoofdbegaafdheid

De week van de hoogbegaafdheid

Deze week van 9 tot en met 16 maart 2019 is het de week van de hoogbegaafdheid. Deze week is bedoeld om dit onderwerp meer bekendheid te geven. Vanuit mijn werk uiteraard, maar ook privé heb ik te maken met hoogbegaafde kinderen. Hoogbegaafdheid wordt vaak gezien als:

hoogbegaafd

Deels klopt dit, maar ook deels zeker niet. Naast het stuk intelligentie en presteren bestaat er nog een heel groot ander deel van hoogbegaafdheid, namelijk in het zijn. Kinderen en volwassenen die hoogbegaafd zijn voelen zich vaak anders omdat ze anders denken, soms moeilijker, soms met meer overzicht, soms een aantal jaar hun leeftijdsgenoten vooruit of soms vanuit perfectionisme of rechtvaardigheid.

Tessa Kieboom heeft naar aanleiding van veelvuldig onderzoek persoonskenmerken beschreven die worden gezien bij hoogbegaafdheid. Naast het denkluik, hebben deze persoonskenmerken samen geleid tot het ontwikkelen van het zijnsluik. Volgens het zijnsluik zijn vier kenmerken te noemen.

  1. Perfectionisme en Faalangst
  2. Rechtvaardigheidsgevoel
  3. Hooggevoeligheid
  4. Kritische instelling

Wat daarnaast nog als persoonskenmerk wordt gezien is de hoge mate van autonomie die deze kinderen/volwassenen graag ervaren. Deze kenmerken kunnen op een andere manier geïnterpreteerd worden, zoals kinderen die altijd een weerwoord hebben, kinderen die nooit zomaar iets aannemen, kinderen die steeds maar wegdromen, kinderen die nooit iets nieuws durven aan te pakken, kinderen die geen vriendjes kunnen maken, kinderen die in hun eigen wereldje zitten op school, kinderen die over alles in discussie gaan of ruzie maken over de kleinste dingen, kinderen die chagrijnig worden wanneer het bijna 12 uur is, kinderen die prikkelbaar of opstandig zijn, etc.

Vaak komen deze problemen voort uit het nog niet (h)erkennen van deze specifieke kenmerken.

Kinderen die wij zien in de praktijk hebben vaak ‘last’ van hun hoogbegaafdheid. Ze zijn faalangstig, durven alleen maar nieuwe dingen te doen of antwoord te geven als ze zeker weten dat het goed is. Ze durven niet te gokken of zomaar iets te roepen. De uitspraak van Pippi Langkous: ‘Ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan’, geldt vaak niet voor deze kinderen. Ze zijn boos of gefrustreerd omdat ze op school onvoldoende passend onderwijs kunnen krijgen, of omdat ze zich onbegrepen voelen. Ze gaan te snel voor het standaard lesaanbod, en top down lesgeven past vaak niet binnen de methodes van de school. Plusklassen worden vaak als extra beschouwd en dus ook als eerste wegbezuinigd wanneer er geen mensen zijn om voor de klas te zetten of als het budget op is.

Hoogbegaafde kinderen presteren niet altijd goed, halen niet altijd maar I of A scores op de Citotoetsen. Juist door hun onzekerheid, of door hun perfectionisme, of doordat ze meerdere antwoorden kunnen benoemen via verschillende benaderingen maken deze standaard toetsen tot een lastige klus voor ze.

Hoogbegaafde kinderen voelen ook intens, niet alleen verdriet, boosheid en blijheid, maar ook wanneer ze zich onheus bejegend voelen, honger hebben, labeltjes in hun kleding hebben, drukte of prikkels van buitenaf ervaren. Wanneer ze mooie muziek horen, mooie natuur zien of wanneer ze voelen of iemand anders oprecht blij of verdrietig is.

Onze eigen kinderen zijn alledrie hoogbegaafd en ik heb ze in het kader van de week van de hoogbegaafdheid gevraagd wat het voor ze betekent. Hieronder hun antwoorden:

Wat is hoogbegaafdheid voor jou?

Je denkt sneller en anders dan andere kinderen (Thijmen, 10 jaar)

Ik kan sneller en vaker mijn vinger opsteken in de klas, ik weet meer (Kasper, 8 jaar)

Ik wil graag moeilijker werk en naar de plusklas. Ik kan ook niet zo goed vrienden maken omdat ik anders denk. Ze spelen bijvoorbeeld weleens vals en ik vind dat heel oneerlijk, dan word ik boos (Feline, 6 jaar)

Voel je je ook anders?

Nee, soms wel, omdat de kinderen in mijn klas allemaal ouder zijn (Thijmen, 10 jaar)

Nee eigenlijk niet, ik heb goede vrienden die hetzelfde denken als ik  (Kasper, 8 jaar)

Ja, maar ik weet niet zo goed waarom (Feline, 6 jaar)

Wat heb je nodig? En waarom?

Extra werk, zoals pluswerk en opdrachten vanuit de hb voorziening, waar ik over moet nadenken. Omdat de afwisseling het leuker maakt. Extra werk kan je dan doen in plaats van het gemakkelijke en saaie schoolwerk  (Thijmen, 10 jaar)

Extra moeilijke rekenopdrachten, plustaken, plusgroepje, vrienden en een meester/juf die mij begrijpt. Om blij te blijven (Kasper, 8 jaar)

Niet meer rekenen in groep 4 of groep 5, maar moeilijker rekenen en kinderen die hetzelfde denken als ik. Anders vind ik rekenen saai en wil ik niet meer naar school (Feline, 6 jaar)

Heb je tips voor andere kinderen:

Als je het niet fijn hebt op school, zeg het dan. Vraag hulp als je dat nodig hebt en wees jezelf, je bent goed zoals je bent (Thijmen, 10 jaar)

Je kunt het tegen meester/juf zeggen als je ander werk wilt doen. Fouten maken mag (Kasper, 8 jaar)

Je moet goed je takenkaart afmaken en je kunt het tegen mama zeggen als je niet blij bent en als je dat moeilijk vindt dan kun je het ook opschrijven, dat doe ik ook (Feline, 6 jaar)vriendjes

Onze kinderen zijn vooral blij als ze op school passend werk hebben en als ze zich begrepen voelen, zowel door de juf of meester als door de kinderen om hun heen. Ze willen aansluiting, vriendjes, aardig gevonden worden. Juist daarom is het goed om hoogbegaafdheid meer bekendheid te geven. Er zijn nog meer kinderen zoals zij!